Einde inhoudsopgave
Wet op de Sociaal-Economische Raad
Artikel 46 [Jaarlijkse begroting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
04-12-1997, Stb. 1997, 580 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25464)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Staatsrecht / Decentralisatie
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks voor 1 October aan de Raad een begroting der inkomsten en uitgaven in het komende kalenderjaar aan, vergezeld van de nodige toelichting en bescheiden.
2.
De begroting wordt, zodra zij is aangeboden, ten kantore van het secretariaat voor een ieder ter lezing nedergelegd en, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld.
3.
Van de nederlegging en verkrijgbaarstelling geschiedt openbare kennisgeving, welke tenminste twee weken voorafgaat aan de behandeling der begroting in de Raad.