Einde inhoudsopgave
Regeling bijzondere subsidies waterkeren en waterbeheren
Artikel 6 Voorschotverlening
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
30-11-2011, Stcrt. 2011, 22111 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/161497)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2011, Stcrt. 2011, 22111 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/161497)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Waterrecht (V)
1.
Aan de subsidieontvanger kan gedurende de realisatie van het werk jaarlijks op aanvraag een voorschot worden verleend. Het totaal aan te verlenen voorschotten ten behoeve van de realisatie van het werk bedraagt niet meer dan 80 procent van de raming van de kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid.
2.
De aanvraag tot voorschotverlening wordt ingediend voor 15 april van het kalenderjaar waarvoor een voorschot wordt aangevraagd. Bij de aanvraag legt de subsidieontvanger een raming over van de te maken kosten in de periode waarvoor een voorschot wordt gevraagd en een raming van de bedragen waarvoor een voorschot zal worden gevraagd in de daaropvolgende kalenderjaren.
3.
De aanvraag wordt niet in behandeling genomen zolang het verantwoordingsverslag, bedoeld in artikel 7, niet is overgelegd.
4.
De Minister neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een besluit omtrent de voorschotverlening. De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag waarvoor het voorschot wordt verleend.
5.
Een voorschot wordt binnen zes weken na de voorschotverlening betaald, tenzij bij de voorschotverlening anders is bepaald.