JAR 2014/128
Verenigd Koninkrijk mag solidariteitsstaking verbieden Een Britse vakbond wilde een staking houden bij een ander bedrijf dan het bedrijf waartegen de staking gericht was. De Britse wet verbiedt dit. Het EHRM oordeelt dat dit een beperking is op het recht van vakbondsvrijheid, maar dat deze beperking is toegestaan vanwege de ruime beoordelingsmarge die staten op dit gebied hebben en omdat de vakbond niet ernstig beperkt was in haar rechten, want wel een beperkte staking had kunnen houden.
EHRM 08-04-2014, ECLI:CE:ECHR:2014:0408JUD003104510
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
8 april 2014
- Magistraten
Ineta Ziemele, Päivi Hirvelä, George Nicolaou, Ledi Bianku, Paul Mahoney, Krzysztof Wojtyczek, Faris Vehabović
- Zaaknummer
31045/10
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2014:0408JUD003104510, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 08‑04‑2014
- Wetingang
Art. 11 EVRM
Essentie
De Britse vakbond voor spoorwegpersoneel en personeel in de maritieme en transportsector heeft twee klachten ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over een beknotting van haar rechten door de Britse overheid. De eerste klacht betreft de eisen die in de Britse wetgeving worden gesteld aan de stemming door de vakbondsleden over het al dan niet gaan voeren van collectieve actie. Een werkgever had de stemming aangevochten omdat de vakbond niet duidelijk genoeg zou hebben omschreven tot welke functiecategorieën de bij de actie betrokken werknemers behoorden. De vakbond stelt dat de wetgeving op dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.