V-N 2018/60.26
Geen matiging immateriëleschadevergoeding bij gelijktijdige maar niet gezamenlijke behandeling
HR 16-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2119, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 november 2018
- Magistraten
Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
18/00661
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929952:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2119, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑11‑2018
- Wetingang
art. 8:73 Awb
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof de toegekende immateriële schadevergoeding ten onrechte heeft gematigd. De zaken van X bv, A en B bv zijn namelijk weliswaar gelijktijdig behandeld, maar niet gezamenlijk. X bv heeft recht op een schadevergoeding van € 7000.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, verwerft IT-opdrachten en leent personeel in en uit. Bij het uitlenen zijn verder ook A, B bv en C bv betrokken. Naar aanleiding van een onderzoek stelt de inspecteur vast dat sprake is geweest van winstoverheveling van X bv en B bv naar tussengeschakelde vennootschappen die in Gibraltar zijn gevestigd. De inspecteur verhoogt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.