NJ 1926, p. 557
Akte, waarbij een crediet-hypotheek wordt verleend. Geen executoriale titel.
HR 01-04-1926, ECLI:NL:HR:1926:230, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 april 1926
- Magistraten
Mrs. Bosch, Savelberg, Jhr. Feith, Visser en van den Dries.
- Zaaknummer
[01041926/NJ_1926,_p._557]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS122029:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:230, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑04‑1926
- Wetingang
(BW art. 1208-1268; Rv art. 436.)
Essentie
Akte, waarbij een crediet-hypotheek wordt verleend. Geen executoriale titel.
Samenvatting
De akte, waarbij een hypotheek is verleend voor een toekomstige schuld, is niet de titel der schuld, waarvoor de zekerheid strekt en dus niet een executoriale titel als in art. 436 Rv. bedoeld.
Anders Concl. Proc.-Gen. met betoog, dat het i. c. voldoende is dat de akte de schuld aanwijst.
Partij(en)
G. J. Leverland, koopman, wonende te Groningen, en J. B. Scheuer, cargadoor, wonende te Maarssen, in hunne hoedanigheid van gecommitteerden tot de geldleening aangegaan door de N.V. Maatschappij „Rapiditas" tot exploitatie van onroerende goederen en het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.