NJB 2020/1648
Hoofdprocedure en schadestaatprocedure. In de schadestaatprocedure geeft het Hof een oordeel over verrekening van voordeel dat gebaseerd is op uitleg van zijn arresten in de hoofdprocedure. Hoge Raad: Uit hetgeen het Hof in de hoofdprocedure heeft overwogen, kan niet worden afgeleid dat het Hof heeft geoordeeld dat het nalaten om te waarschuwen de tekortkoming vormt die de grond is voor de schadevergoedingsplicht. Het oordeel van het Hof dat eiser voordelen heeft genoten die bij de vaststelling van de schade in rekening moeten worden gebracht, berust op een onbegrijpelijke uitleg van de arresten in de hoofdprocedure
HR 19-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1083
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juni 2020
- Magistraten
Mrs. G. Snijders, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02143
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1083, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:252, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2020
- Wetingang
(art. 6:100 BW; art. 612 Rv)
Essentie
Hoofdprocedure en schadestaatprocedure. In de schadestaatprocedure geeft het Hof een oordeel over verrekening van voordeel dat gebaseerd is op uitleg van zijn arresten in de hoofdprocedure. Hoge Raad: Uit hetgeen het Hof in de hoofdprocedure heeft overwogen, kan niet worden afgeleid dat het Hof heeft geoordeeld dat het nalaten om te waarschuwen de tekortkoming vormt die de grond is voor de schadevergoedingsplicht. Het oordeel van het Hof dat eiser voordelen heeft genoten die bij de vaststelling van de schade in rekening moeten worden gebracht, berust op een onbegrijpelijke uitleg van de arresten in de hoofdprocedure
Partij(en)
V, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.