AB 2017/283
Geen prejudiciële vragen. Beoordeling situatie van willekeurig geweld in Libië gaat om beoordeling feitelijke situatie.
ABRvS 05-12-2016, ECLI:NL:RVS:2016:3231, m.nt. S. Kok
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
5 december 2016
- Magistraten
Mrs. H.G. Lubberdink, H. Troostwijk, E. Steendijk
- Zaaknummer
201604677/1/V2
- Noot
S. Kok
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927014:1
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:3231, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 05‑12‑2016
- Wetingang
Art. 3 EVRM; art. 15c Richtlijn 2011/95/EU; art. 29 lid 1 onderdeel b VW 2000
Essentie
De vraag of zich in Libië een situatie van algemeen geweld voordoet, vergt geen uitleg door het Hof van Justitie van het Unierecht, maar gaat uitsluitend over de beoordeling van een feitelijke situatie.
Samenvatting
Er bestaat geen aanleiding voor het stellen van prejudiciële vragen, zoals de vreemdeling heeft verzocht, omdat deze niet relevant zijn voor de oplossing van het geschil (zie het arrest HvJ EG 6 oktober 1982, Cilfit, punt 10; ECLI:EU:C:1982:335). De vraag wanneer zich een uitzonderlijke situatie voordoet als vorenbedoeld is door het Hof beantwoord in het arrest van 17 februari 2009, Elgafaji, punt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.