Inhoudsopgave
NJB 2012/1034:Wanneer kraakt een kraker?
NJB 2012/1034
Wanneer kraakt een kraker?
Krakers veroordelen wegens kraken is verre van eenvoudig
Documentgegevens:
Willem Jebbink, datum 04-05-2012
- Datum
04-05-2012
- Auteur
Willem Jebbink1
- JCDI
JCDI:ADS2082:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Wetingang
artikel 138a Wetboek van Strafrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Hoe in art. 138a Sr – het in 2010 geïntroduceerde kraakverbod – wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid moeten worden ingevuld, blijkt niet duidelijk uit de totstandkomingsgeschiedenis van die bepaling. Het schrappen van het vereiste dat een vordering tot degene die in een kraakpand vertoeft moet worden gericht, vergroot voor het aannemen van verwijtbaarheid de bewijsproblemen, anders dan de indieners van de Wet kraken en leegstand voor ogen stond. Ook is het de vraag – mede in het licht van de uitspraak van 28 oktober 2011 van de civiele kamer van de Hoge Raad – of de betekenis van het bestanddeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.