Rb. Zwolle-Lelystad, 30-11-2005, nr. 108252 / HA ZA 05-543
ECLI:NL:RBZLY:2005:AV4109
- Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Datum
30-11-2005
- Zaaknummer
108252 / HA ZA 05-543
- LJN
AV4109
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZLY:2005:AV4109, Uitspraak, Rechtbank Zwolle-Lelystad, 30‑11‑2005; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 30‑11‑2005
Inhoudsindicatie
Onrechtmatige daad. Inlener benadert en stimuleert werknemers om na ommekomst van een contract met het uitzendbureau via een ander uitzendbureau voor haar te blijven werken. Onrechtmatige daad nu het initiatief uitging van de inlener.
Partij(en)
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
Enkelvoudige handelskamer
Zaaknr/rolnr: 108252 / HA ZA 05-543
Uitspraak: 30 november 2005
V O N N I S
in de zaak, aanhangig tussen:
de besloten vennootschap SYNAPSIS B.V.,
gevestigd te Boxtel,
eiseres,
procureur mr. R.K.E. Buysrogge,
advocaat mr. J.L.M.W. Louwers te Eindhoven,
en
de besloten vennootschap LIAN PRODUCTS,
gevestigd te Zeewolde,
gedaagde,
procureur mr. W.P. Maris,
advocaat mr. F.W. Aartsen te Harderwijk.
PROCESGANG
In deze zaak heeft de rechtbank op 29 juni 2005 een tussenvonnis gewezen, waarbij een comparitie van partijen is gelast. De comparitie heeft op 5 september 2005 plaatsgevonden. Partijen hebben vervolgens nog de volgende processtukken gewisseld:
- -
een akte van de zijde van Synapsis;
- -
een akte van de zijde van Lian;
- -
een antwoordakte van de zijde van Synapsis;
- -
een antwoordakte van de zijde van Lian.
Tenslotte is op verzoek van partijen vonnis bepaald.
CONCLUSIES VAN PARTIJEN
De vordering van Synapsis strekt ertoe Lian, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om aan Synapsis te voldoen:
- 1.
een bedrag van EUR 2.425.71 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 februari 2005 tot de dag van algehele voldoening;
- 2.
een bedrag van EUR 30.188,82 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de verschillende vervaldata van de facturen tot de dag van de algehele voldoening;
- 3.
de buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van EUR 4.528,32, dan wel tot een in goede justitie vast te stellen bedrag;
- 4.
met veroordeling van Lian in de proceskosten, inclusief de rente over deze proceskosten vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis.
Daartegen is door Lian verweer gevoerd, met conclusie Synapsis, uitvoerbaar bij voorraad, niet ontvankelijk te verklaren, met veroordeling van Synapsis in de proceskosten.
MOTIVERING
- 1.
Vaststaande feiten
- 1.1.
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist, mede gezien de overgelegde en in zoverre onbestreden gebleven bescheiden, het volgende vast.
- 1.2.
Synapsis houdt zich bezig met het ter beschikking stellen van (Poolse) arbeidskrachten aan bedrijven. Lian houdt zich bezig met de bewerking en im- en export van aluminium producten.
- 1.3.
Vanaf januari 2001 tot ultimo 2004 heeft Lian diverse werknemers aan Synapsis beschikbaar gesteld. Twee van die werknemers, de heren [A] en [B], werkten tot medio december 2004 via Synapsis voor Lian. In januari 2 en februari 2005 hebben deze werknemers gedurende enkele weken via uitzendbureau Arbo Invent voor Lian gewerkt.
- 1.4.
Op 9 januari 2001 en 1 april 2002 (twee maal) heeft Synapsis offertes naar Lian gestuurd. Deze offertes vermeldden onder meer:
" Betaling van de facturen geschiedt binnen 8 werkdagen of 14 dagen na factuurdatum.
(...)
Er geldt voor de opdrachtgever een concurrentie beding binnen Nederland, wat inhoudt dat zij tijdens de opdracht en 1 jaar daarna geen mensen van de opdrachtnemer direct of indirect aan zal nemen zonder overleg en financiële afspraken met de opdrachtnemer".
In twee van de drie offertes was aan de laatste passage toegevoegd:
"Verder zal er geen gebruik gemaakt worden van een bureau dat met Poolse werknemers werkzaam is."
- 1.5.
In mei 2003 was sprake van een forse achterstand in de betaling van de facturen van Synapsis door Lian. Partijen zijn toen een betalingsregeling overeengekomen, in het kader waarvan Lian EUR 3.500,00 per week diende te betalen. Lian heeft in 2003 34 termijnen betaald en in 2004 26 termijnen, in totaal EUR 210.000,00.
- 1.6.
In een brief van 24 februari 2005 heeft de raadsman van Synapsis Lian gesommeerd
EUR 2.425,71 aan schadevergoeding wegens het inlenen van de in rechtsoverweging 1.3 genoemde Poolse werknemers te betalen, alsmede EUR 30.188,82 wegens openstaande facturen uit 2002 en 2003 en EUR 90.494,18 wegens openstaande facturen uit 2004.
- 1.7.
Nadat betaling uitbleef heeft Synapsis op 14 maart 2005 conservatoir derdenbeslag doen leggen ten laste van Lian. Lian heeft de openstaande facturen over het jaar 2004 vervolgens betaald.
- 2.
Standpunten van partijen
- 2.1.
Synapsis stelt dat Lian onrechtmatig jegens haar gehandeld heeft door na twee werknemers jarenlang via haar te hebben ingeleend deze werknemers vervolgens buiten haar om bij een derde in te lenen. Synapsis acht daarbij van belang dat Lian haar onjuiste informatie heeft verstrekt over de activiteiten van de beide werknemers. Synapsis vordert de schade die zij door dit handelen van Lian geleden heeft.
Volgens Synapsis was Lian haar in mei 2003, toen een betalingsregeling werd overeengekomen, per ultimo april 2003 een bedrag van EUR 240.188,72 verschuldigd. In het kader van de betalingsregeling heeft Lian EUR 210.000,00 betaald, zodat EUR 30.188,72 resteert. Synapsis betwist dat zij met Lian is overeengekomen dat Lian kon volstaan met betaling van een bedrag van EUR 210.000,00. De door Lian ter adstructie van haar standpunt in het geding gebrachte betalingsoverzichten zijn niet van haar afkomstig, stelt Synapsis.
Synapsis maakt ook aanspraak op wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
- 2.2.
Lian betwist met betrekking tot de inlening van de twee Poolse werknemers onrechtmatig gehandeld te hebben. De beide werknemers hebben, stelt Lian, zelf contact met haar opgenomen. Het initiatief ging derhalve niet van haar maar van de beide werknemers uit. Lian is, stelt ze, niet gebonden aan de clausule in de offertes over het inlenen bij een ander van Poolse werknemers. Zij heeft niet met deze offertes ingestemd. Ook betwist Lian de omvang van de door Synapsis gestelde schade.
Lian stelt dat zij in mei 2003 met Synapsis heeft afgesproken dat zij de tot op dat moment openstaande vordering van Synapsis, over de omvang waarvan partijen verschilden, kon betalen in 60 wekelijkse termijnen van EUR 3.500,00. Partijen zouden de vordering dan ook hebben vastgesteld op EUR 210.000,00. Uit van Synapsis afkomstige betalingsoverzichten blijkt volgens Lian ook dat partijen de vordering hebben bepaald op dit bedrag. Synapsis heeft, nu het bedrag van EUR 210.000,00 inmiddels betaald is, niets meer van Lian te vorderen.
Lian betwist de gevorderde buitengerechtelijke kosten.
- 3.
Beoordeling van het geschil
onrechtmatig handelen
- 3.1.
Partijen twisten over de vraag of de in de offertes vermelde non-concurrentieclausule van toepassing is op de overeenkomst tussen hen. Naar het oordeel van de rechtbank kan het antwoord op die vraag in het midden blijven wanneer vaststaat dat Lian de beide Poolse werknemers heeft benaderd en gestimuleerd om na ommekomst van het contract tussen haar en Synapsis via een ander uitzendbureau voor haar te (blijven) werken. Een opdrachtgever die zelf actief de bij haar werkzame uitzendkrachten benadert teneinde de uitzendkrachten te bewegen bij een ander uitzendbureau in dienst te treden, handelt onzorgvuldig.
Dat betekent niet dat de opdrachtgever een uitzendkracht die zelf besluit bij een ander uitzendbureau in dienst te treden daarvan dient te weerhouden. Het betekent ook niet dat de opdrachtgever -eventuele non-correntiebepalingen daargelaten- in die situatie geen overeenkomst met het nieuwe uitzendbureau van de uitzendkracht mag aangaan. Doorslaggevend is wie het initiatief neemt tot het in dienst treden van de uitzendkracht bij een ander uitzendbureau. Neemt de uitzendkracht het initiatief, dan zal de opdrachtgever niet snel onzorgvuldig handelen wanneer hij om de uitzendkracht te behouden een overeenkomst aangaat met een ander uitzendbureau. Wordt het initiatief door de opdrachtgever genomen, dan handelt deze, behoudens bijzondere omstandigheden, onzorgvuldig.
- 3.2.
Ter comparitie heeft de directeur van Lian gesteld dat de twee Poolse uitzendkrachten in december 2004 een verlofbrief van Lian ontvangen hebben en dat hun toen is meegedeeld dat zij niet bij Lian zouden terugkeren vanwege het feit dat Lian met een ander uitzendbureau zou gaan werken. De beide Polen zouden toen hebben aangegeven dat zij graag bij Lian bleven werken, waarna Lian de naam van het nieuwe uitzendbureau zou hebben doorgegeven.
Daaruit volgt dat Lian de beide uitzendkrachten, minst genomen, "op het spoor heeft gezet" van het beëindigen van hun contract met Synapsis en het aangaan van contract bij het nieuwe uitzendbureau. In dit kader is van belang dat gesteld noch gebleken is dat de uitzendkrachten Lian gevraagd hebben hun de naam van het nieuwe uitzendbureau door te geven. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat Lian dat op eigen initiatief heeft gedaan.
Aldus heeft Lian de door haar (ingevolge de hiervoor omschreven zorgvuldigheidsnorm) in acht te nemen terughoudendheid niet betracht. Om die reden heeft zij onzorgvuldig, en derhalve onrechtmatig, jegens Synapsis gehandeld. Zij is gehouden de door Synapsis daardoor geleden schade te voldoen.
- 3.3.
Partijen twisten over de omvang van de schade. Lian heeft gesteld dat die schade moet worden gesteld op de door haar gederfde winst over de uren dat de beide uitzendkrachten in 2005 voor Lian gewerkt hebben. Zij heeft de winstderving berekend door van de omzet over deze uren de loonkosten af te trekken. De door Synapsis in dat kader (bij akte) verstrekte gegevens zijn niet door Lian betwist, zodat daar van kan worden uitgegaan.
Lian heeft er wel op gewezen dat ook rekening moet worden gehouden met de door Lian bespaarde bijkomende kosten, zoals huisvestings- en autokosten. De rechtbank volgt Lian in deze stelling. Nu de desbetreffende uitzendkrachten niet voor Synapsis werkten kan er van worden uitgegaan dat Synapsis niet alleen geen loonkosten meer had, maar ook geen andere kosten voor hen maakte. Uit de door verstrekte gegevens leidt de rechtbank af dat met deze kosten een bedrag van EUR 1.477,81 gemoeid was. Van het door Synapsis berekende bedrag, EUR 2.271,06, dient dit bedrag nog te worden afgetrokken zodat EUR 793,25 als schade resteert. Dit bedrag is toewijsbaar.
openstaande facturen
- 3.4.
Partijen verschillen van mening over de vraag welk bedrag er in mei 2003 openstond, toen zij een betalingsregeling troffen. Synapsis heeft gesteld dat het een bedrag van
EUR 240.188,82 betrof, volgens Lian was het minder.
Synapsis heeft haar stellingen over de omvang van haar vordering in mei 2003 onderbouwd met een uitgebreid overzicht van openstaande facturen, dat sluit op het door haar genoemde bedrag. Lian heeft weliswaar betwist dat het overzicht juist is, maar zij heeft haar betwisting niet geconcretiseerd door aan te geven welke op het overzicht vermelde facturen onterecht, dubbel of al betaald waren. Aldus heeft zij haar verweer tegen de stellingen van Synapsis onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal er dan ook, met Synapsis, vanuit gaan dat Synapsis in mei 2003 EUR 240.188,82 van Lian te vorderen had.
- 3.5.
Lian heeft voorts gesteld dat partijen de vordering van Synapsis in het kader van de getroffen betalingsregeling hebben vastgesteld op EUR 210.000,00, te betalen in 60 termijnen van EUR 3.500,00. Synapsis heeft dat betwist.
- 3.6.
Gelet op de gemotiveerde betwisting door Synapsis rust op Lian het bewijs van haar stelling dat partijen de vordering van Synapsis nader hebben bepaald op EUR 210.000,00. De rechtbank zal nagaan of en in hoeverre Lian dit bewijs met de tot op heden door haar in het geding gebrachte stukken reeds geleverd heeft.
- 3.7.
Lian heeft, allereerst, twee mailberichten van Synapsis aan haar en van bij die berichten gevoegde excelbestanden in het geding gebracht. In die excelbestanden worden alle per 30 april 2003 openstaande facturen vermeld en opgeteld en wordt vervolgens een overzicht gegeven van de door Lian gedane deelbetalingen. In dat overzicht wordt uitgegaan van een bedrag van EUR 210.000,00.
Synapsis heeft niet betwist dat de overgelegde mailberichten van haar afkomstig zijn. Zij heeft ook niet betwist dat er excelbestanden met die berichten zijn meegestuurd. Volgens haar heeft zij echter niet de overgelegde bestanden meegestuurd. Zij gaat er vanuit dat Lian de bestanden gewijzigd heeft, door het bedrag van EUR 240.188,82 te veranderen in
EUR 210.000,00.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden uitgesloten dat Lian wijzigingen heeft aangebracht in de excelbestanden. Daarbij is het volgende van belang:
- -
allereerst lijkt het overzicht van gedane en nog te verrichten termijnbetalingen in beide bestanden uit te gaan van 67 deelbetalingen, derhalve meer dan de 60 termijnbetalingen die nodig zijn om het bedrag van EUR 210.000,00 te bereiken;
- -
vervolgens heeft Synapsis mailberichten van andere data bijgevoegd met de excelbestanden die volgens haar op die data zijn verstuurd. In die bestanden wordt uitgegaan van een beginsaldo van EUR 240.188,82, te betalen in 66 termijnen.
De rechtbank kan dan ook (nog) niet uitgaan van de juistheid van de door Lian in het geding gebrachte bestanden.
- 3.8.
Lian heeft voorts een verklaring van haar accountant in het geding gebracht. De accountant geeft daarin aan dat de voormalige administrateur van Lian, de heer [C], met mevrouw [D] van Synapsis het openstaande bedrag zou hebben vastgesteld op EUR 210.000,00. Dit bedrag zou meermalen zijn bevestigd door Synapsis en is ook in de administratie van Lian opgenomen.
Ook deze verklaring heeft onvoldoende bewijskracht. Allereerst gaat de accountant uit van wat hij van de heer [C] vernomen heeft. zijn verklaring heeft op dit punt dan ook een de auditu karakter. Vervolgens verwijst hij naar correspondentie tussen partijen, waarin de door hem gestelde afspraak zou zijn vastgelegd. Die correspondentie is echter niet door Lian overgelegd. De authenticiteit van de betalingsoverzichten waarnaar de accountant verwijst, wordt gemotiveerd door Synapsis betwist.
- 3.9.
De slotsom is dat Lian de door haar gestelde afspraak met de door haar in het geding gebrachte stukken nog niet bewezen heeft. De stukken hebben onvoldoende bewijskracht en worden weerlegd door de stukken die Synapsis in het geding heeft gebracht.
- 3.10.
Op verzoek van de rechtbank hebben partijen zich uitgelaten over de vraag of een deskundigenonderzoek naar de authenticiteit van de door Lian overgelegde bestanden mogelijk en zinvol zou zijn. Partijen zijn het er, nadat zij dit ieder voor zich onderzocht hebben, over eens dat een dergelijk onderzoek niet zinvol is. Volgens hen is niet door een deskundige te achterhalen of de desbetreffende bestanden gewijzigd zijn. De rechtbank acht het om die reden niet opportuun om een deskundigenonderzoek te gelasten.
- 3.11.
Lian heeft bewijs door getuigen aangeboden van haar stelling dat de vordering van Synapsis in onderling overleg is vastgesteld op EUR 210.000,00. Zij heeft ook enkele mogelijke getuigen genoemd. Het bewijsaanbod van Lian is voldoende gemotiveerd en ook ter zake doende. De rechtbank zal Lian dan ook toelaten tot het door haar aangeboden bewijs.
verdere procedure
- 3.12.
De rechtbank zal de zaak verwijzen naar de rol voor opgave verhinderdata door beide partijen.
Nadat de getuigenverhoren hebben plaatsgevonden, kan de rechtbank beslissen op de vraag of partijen de vordering van Synapsis hebben vastgesteld op EUR 210.000,00. Indien dat het geval is, is de vordering van Synapsis terzake van de openstaande facturen niet toewijsbaar. Wanneer Lian niet slaagt in het door haar te leveren bewijs, is de vordering wel toewijsbaar. Voor dat geval dient Lian een nieuwe renteberekening in het geding te brengen, waarin voor de opeisbaar van de vordering van Synapsis (en daarmee in dit geval ook voor het begin van het verzuim en de ingangsdatum van de wettelijke rente) wordt uitgegaan van de overeengekomen betalingsregeling. Wanneer Synapsis een dergelijke berekening niet in het geding brengt, zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen vanaf de datum van dagvaarding.
Synapsis dient zich tevens uit te laten over de vraag of zij aanspraak maakt op vergoeding van de beslagkosten en, zo ja, hoe hoog deze kosten zijn.
BESLISSING
Lian dient te bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat de vordering van Synapsis op Lian per ultimo april 2003 wordt bepaald op EUR 210.000,00.
Bewijslevering door getuigen kan plaatsvinden op nader te bepalen dag en uur in het gerechtsgebouw te Lelystad, Stationsplein 15.
De zaak wordt verwezen naar de rolzitting van woensdag 14 december 2005 voor opgave verhinderdata van beide partijen (en de getuigen). Lian dient dan tevens op te geven hoeveel getuigen zij wenst voor te brengen.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. de Hek en is in het openbaar uitgesproken op woensdag 30 november 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.