Einde inhoudsopgave
Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001
Artikel 16 Aanvraag in geval van mogelijke fraude, een vermissing of inname van een uitgereikt reisdocument
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
06-12-2020, Stcrt. 2020, 63416 (uitgifte: 11-12-2020, regelingnummer: 2020-0000691383)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2020, Stcrt. 2020, 63416 (uitgifte: 11-12-2020, regelingnummer: 2020-0000691383)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Indien zijn eerder uitgereikt Nederlands reisdocument mogelijk voorwerp is van fraude, is vermist of op andere gronden dan ingevolge de wet door een daartoe bevoegde autoriteit is ingenomen, kan de aanvrager een aanvraag voor een nooddocument indienen, indien hij de mogelijke fraude, vermissing, onderscheidenlijke inname, overeenkomstig het vierde, vijfde onderscheidenlijk zesde lid meldt.
2.
In de aanvraag worden vermeld:
- a.
mogelijke fraude, de vermissing of inname op andere gronden dan ingevolge de wet,
- b.
het nummer van het desbetreffende reisdocument en de autoriteit die het heeft verstrekt, en
- c.
de datum waarop de schriftelijke verklaring, bedoeld in het vierde, onderscheidenlijk vijfde lid, is afgelegd, dan wel de schriftelijke verklaring, bedoeld in het zesde lid, is overgelegd.
3.
Indien een gegeven als bedoeld in het tweede lid, onder b of c, niet voorhanden is, wordt hiernaar een gericht onderzoek ingesteld.
4.
De melding van mogelijke fraude vindt plaats door middel van een door de houder ten overstaan van de daartoe door de Minister van Defensie aangewezen persoon af te leggen schriftelijke verklaring, overeenkomstig het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier. Bij de melding van mogelijke fraude levert de houder zijn reisdocument in. Indien het reisdocument is vermist wordt een melding van vermissing gedaan, bedoeld in het vijfde lid.
5.
De melding van een vermissing vindt plaats door middel van een door de houder ten overstaan van de daartoe door de Minister van Defensie aangewezen persoon af te leggen schriftelijke verklaring, overeenkomstig het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier.
6.
De melding van de inname van een uitgereikt reisdocument op andere gronden dan ingevolge de wet door een daartoe bevoegde autoriteit vindt plaats door middel van het overleggen van een door de desbetreffende autoriteit afgegeven schriftelijke verklaring omtrent de inname, aan de daartoe aangewezen persoon. De daartoe aangewezen persoon maakt een kopie van deze verklaring.
7.
De schriftelijke verklaring omtrent de mogelijke fraude, bedoeld in het vierde lid, de schriftelijke verklaring omtrent vermissing, bedoeld in het vijfde lid, dan wel de kopie van de overgelegde schriftelijke verklaring die omtrent de inname is overgelegd, bedoeld in het zesde lid, wordt bewaard in de reisdocumentenadministratie.
8.
Met het oog op vermelding daarvan in het register vermiste of vervallen reisdocumenten, wordt van mogelijke fraude of een vermissing terstond melding gedaan aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met gebruikmaking van het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier.