JWB 2005/459
Voortgezet verblijf, ontvankelijkheid cassatieberoep
HR 23-12-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU7498
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2005
- Zaaknummer
R05/134HR
- LJN
AU7498
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU7498, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU7498, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2005
- Wetingang
Essentie
Voortgezet verblijf, ontvankelijkheid cassatieberoep
Samenvatting
Casus
Op 30 juni 2005 verzoekt de Officier van Justitie, onder overlegging van een geneeskundige verklaring, de Rechtbank om een voorlopige machtiging tot het doen voortduren van het verblijf van de man in de G.G.Z. te verlenen.
Nadat de Rechtbank de man, bijgestaan door zijn advocaat, en de behandelend arts heeft gehoord, verleent zij bij beschikking van 7 juli 2005 de voorlopige machtiging uiterlijk tot 7 januari 2006. Bij verzoekschrift, per fax ingekomen ter griffie van de Hoge Raad op 12 oktober 2005, op 14 oktober 2005 gevolgd door het originele verzoekschrift met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.