NJB 2019/1011
De bepalingen die voor het in werking hebben van een windturbine zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer laten geen relatie zien met enige concretisering van enig windturbineproject en dragen niet concreet bij aan de totstandkoming van een of meer projecten of aan de wijze waarop dit zal gebeuren. De bepalingen kunnen niet worden gekwalificeerd als een plan of programma als bedoeld in art. 2, onder a, van strategische Mer-richtlijn 2001/42/EG. Reeds om deze reden kan hieruit geen plicht voortvloeien om een plan-MER te maken
ABRvS 03-04-2019, ECLI:NL:RVS:2019:1064
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
3 april 2019
- Magistraten
Mrs. Van Diepenbeek, Bolt en Jurgens
- Zaaknummer
201709167/1/R3 en 201807375/1/R3
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Natuur en milieu
Milieurecht / Algemeen
Milieurecht / Geluid en trillingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:1064, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 03‑04‑2019
- Wetingang
(art. 2, 3 Strategische Mer-richtlijn 2001/42/EG; art. 3.14a Activiteitenbesluit milieubeheer; art. 3.12 Activiteitenregeling milieubeheer)
Essentie
De bepalingen die voor het in werking hebben van een windturbine zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer laten geen relatie zien met enige concretisering van enig windturbineproject en dragen niet concreet bij aan de totstandkoming van een of meer projecten of aan de wijze waarop dit zal gebeuren. De bepalingen kunnen niet worden gekwalificeerd als een plan of programma als bedoeld in art. 2, onder a, van strategische Mer-richtlijn 2001/42/EG. Reeds om deze reden kan hieruit geen plicht voortvloeien om een plan-MER te maken
Partij(en)
Uitspraak in het geding tussen: 1. [appellante sub 1A] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.