V-N 2015/6.21
Fysieke aanwezigheid in Frankrijk weegt niet op tegen zwaarwegende persoonlijke bindingen in Nederland
HR 16-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:64, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 januari 2015
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Punt, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/00968
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS919917:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Douane (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:64, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑01‑2015
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de fysieke aanwezigheid weliswaar één van de omstandigheden is die in aanmerking moeten worden genomen bij het bepalen van de normale verblijfplaats, maar het hof heeft terecht overwogen dat die aanwezigheid niet doorslaggevend is. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Samenvatting
X woont sinds 2000 met zijn echtgenote en dochter in Frankrijk. Hij heeft gedurende zijn verblijf aldaar noch in Frankrijk noch in Nederland beroepsmatige bindingen. X woont vanaf juli 2011 in een huurhuis van de makelaar die de verkoop van hun Franse woning heeft begeleid. De echtgenote en dochter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.