Einde inhoudsopgave
Huisvestingswet 2014
Artikel 45 [Bestuurlijke boete overtreden verhuurverbod]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
07-07-2021, Stb. 2021, 425 (uitgifte: 10-09-2021, kamerstukken: 35517)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2021, Stb. 2021, 601 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Volkshuisvesting (bestuursrechtelijk) / Wonen
Vastgoedrecht / Huisvesting
1.
De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd ter zake van de overtreding van het verbod, bedoeld in artikel 41, eerste lid.
2.
De op te leggen bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste:
- a.
het bedrag dat is vastgesteld voor de vierde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, voor overtreding van het verbod, bedoeld in artikel 41, eerste lid, en
- b.
het bedrag dat is vastgesteld voor de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, voor overtreding van een verbod als bedoeld in artikel 41, eerste lid, indien binnen een tijdvak van vier jaar voorafgaand aan de constatering door een ambtenaar als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van die overtreding een bestuurlijke boete is opgelegd voor overtreding van hetzelfde verbod.
3.
De gemeenteraad stelt in de huisvestingsverordening het bedrag vast van de bestuurlijke boete die voor de overtreding kan worden opgelegd.