NJ 2011/388
Belasting over inkomsten uit verhuur van onroerende goederen. Aftrekbaarheid van aan ouder wegens voorschot op erfdeel betaalde uitkeringen. Voorwaarde van onbeperkte belastingplicht in betrokken lidstaat.
HvJ EU 31-03-2011, ECLI:EU:C:2011:198, m.nt. M.R. Mok (Schröder/Finanzamt Hameln)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
31 maart 2011
- Magistraten
J.N. Cunha Rodrigues, A. Arabadjiev, U. Lõhmus, A. Ó Caoimh, P. Lindh
- Zaaknummer
C-450/09
- Conclusie
A-G Y. Bot
- Noot
M.R. Mok
- LJN
BQ0729
- Roepnaam
Schröder/Finanzamt Hameln
- JCDI
JCDI:ADS96567:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Verdragen EU
Onbekend (V)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Grondrechten
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2011:198, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 31‑03‑2011
- Wetingang
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Niedersächsische Finanzgericht bij beslissing van 14 oktober 2009.
Belasting over inkomsten uit verhuur van onroerende goederen. Aftrekbaarheid van aan ouder wegens voorschot op erfdeel betaalde uitkeringen. Voorwaarde van onbeperkte belastingplicht in betrokken lidstaat.
Samenvatting
Artikel 63 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een regeling van een lidstaat volgens welke een ingezeten belastingplichtige de uitkeringen die hij heeft betaald aan een ouder die hem op het grondgebied van deze staat gelegen onroerende goederen heeft overgedragen, kan aftrekken van de huurinkomsten uit deze goederen, terwijl deze aftrek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.