BNB 2023/33
Uitzondering op werkstaatheffing over inkomen uit arbeid. Begrip ‘werkgever’. Betekenis verdragsanterieur en verdragsposterieur OESO-commentaar
HR 14-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1436, m.nt. O.C.R. Marres
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. Koopman, Feteris, Faase, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
21/00747
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
O.C.R. Marres
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS687382:1
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Dienstbetrekking
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Europees belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1436, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:250, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑03‑2022
- Wetingang
art. 10 lid 2 Belastingverdrag Nederland-Duitsland 1959; art. 15 lid 2 OESO-Modelverdrag; OESO-Modelverdrag algemeen
Essentie
Uitzondering op werkstaatheffing over inkomen uit arbeid. Begrip ‘werkgever’. Betekenis verdragsanterieur en verdragsposterieur OESO-commentaar
Samenvatting
Belanghebbende woont in Nederland en werkt als manager in dienstbetrekking bij een Engelse vennootschap die deel uitmaakt van een concern dat tevens een vennootschap in Duitsland heeft. Hij verricht zijn werkzaamheden mede ten behoeve van de Duitse vennootschap, waarvoor deze vennootschap aan de Engelse vennootschap een ‘service fee’ betaalt. Volgens de Duitse autoriteiten is belanghebbende hiervoor in Duitsland belastingplichtig.
Voor het Hof was in geschil of belanghebbende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.