NJB 2017/731
Medeplegen (‘tezamen en in vereniging met een ander’) van diefstal in geval waarin er geen bewijs is van uitvoeringshandelingen door verdachte bij de diefstal: in casu kon het hof oordelen dat de diefstal ‘in vereniging’ is begaan. Indien de verdachte zelf kort na de diefstal wordt aangetroffen in omstandigheden die op betrokkenheid bij het strafbare feit duiden, kan sprake zijn van een situatie waarin het uitblijven van een aannemelijke verklaring van de verdachte van belang is voor de beantwoording van de vraag of te zijnen laste medeplegen kan worden bewezen. A-G: anders
HR 14-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:415
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 maart 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05610
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:415, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:133, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑01‑2017
- Wetingang
(art. 311 Sr)
Essentie
Medeplegen (‘tezamen en in vereniging met een ander’) van diefstal in geval waarin er geen bewijs is van uitvoeringshandelingen door verdachte bij de diefstal: in casu kon het hof oordelen dat de diefstal ‘in vereniging’ is begaan. Indien de verdachte zelf kort na de diefstal wordt aangetroffen in omstandigheden die op betrokkenheid bij het strafbare feit duiden, kan sprake zijn van een situatie waarin het uitblijven van een aannemelijke verklaring van de verdachte van belang is voor de beantwoording van de vraag of te zijnen laste medeplegen kan worden bewezen. A-G: anders
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.