Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 6.22 Huisvesting verticale scholengemeenschap
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
In afwijking van dit hoofdstuk en onverminderd het tweede lid zijn de bepalingen inzake de huisvesting die bij of krachtens de WEB zijn vastgesteld van toepassing op scholen die deel uitmaken van een verticale scholengemeenschap.
2.
Artikel 6.20 is van overeenkomstige toepassing op de gebouwen en terreinen waarvan het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school eigenaar is op het moment dat op of na 1 januari 1997 een verticale scholengemeenschap tot stand komt dan wel wordt uitgebreid met een school voor voortgezet onderwijs.
3.
De gemeenteraad kan in overeenstemming met het bevoegd gezag besluiten:
- a.
dat het tweede lid niet van toepassing is;
- b.
dat daarvoor het bevoegd gezag of de gemeenteraad aan de andere partij een vergoeding is verschuldigd; en
- c.
in voorkomende gevallen, hoe hoog die vergoeding is.
4.
Indien toepassing is gegeven aan het derde lid, vindt inschrijving van dat feit plaats in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.