Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus
Artikel 10 Personeel van diplomatieke en consulaire zendingen
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2004
- Bronpublicatie:
09-07-2002, Trb. 2002, 138 (uitgifte: 02-08-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2004, Trb. 2004, 291 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Onderdanen van een Verdragsluitende Staat die door de regering van die Verdragsluitende Staat worden uitgezonden naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat als lid van een diplomatieke zending of consulaire post zijn onderworpen aan de wetgeving van de eerstgenoemde Verdragsluitende Staat.
2.
Indien een persoon ingevolge het eerste lid onderworpen blijft aan de wetgeving van een Verdragsluitende Staat vanuit het grondgebied waarvan hij is gezonden naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat, is dat lid van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van die persoon die hem vergezellen, tenzij zij zelf tewerk zijn gesteld of zelfstandige zijn op het grondgebied van de laatstgenoemde Verdragsluitende Staat.
3.
Personen die als werknemer werkzaam zijn bij een diplomatieke zending of consulaire post van een van de Verdragsluitende Staten op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat zijn onderworpen aan de wetgeving van de laatstgenoemde Verdragsluitende Staat.
4.
Indien de diplomatieke zending of consulaire post van een van de Verdragsluitende Staten personen in dienst heeft die overeenkomstig het derde lid van dit artikel onderworpen zijn aan de wetgeving van de andere Verdragsluitende Staat, neemt de zending of post de verplichtingen die de wetgeving van deze Verdragsluitende Staat aan werkgevers oplegt, in acht.
5.
Het bepaalde in het derde en vierde lid van dit artikel is ook van toepassing op personen die als werknemer werkzaam zijn als persoonlijk bediende of als lid van de persoonlijke staf van een in het eerste lid van dit artikel bedoelde persoon. In dat geval neemt de natuurlijke persoon die andere personen in dienst heeft, de verplichtingen in acht die de wetgeving van de Verdragsluitende Staat waar de dienstbetrekking wordt uitgeoefend aan werkgevers oplegt.
6.
Het bepaalde in het eerste tot en met het vijfde lid van dit artikel is niet van toepassing op honoraire leden van een consulaire post of op personen in persoonlijke dienst van dergelijke personen.