Einde inhoudsopgave
Wegenverkeerswet 1994
Artikel 151ii [Ongeldigverklaring kwalificatiekaart]
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2021
- Bronpublicatie:
31-03-2021, Stb. 2021, 191 (uitgifte: 22-04-2021, kamerstukken: 35461)
- Inwerkingtreding
01-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-2021, Stb. 2021, 362 (uitgifte: 16-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht (V)
1.
Een kwalificatiekaart bestuurder wordt overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels ongeldig verklaard indien:
- a.
de kwalificatiekaart bestuurder is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste gegevens en hij niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest;
- b.
na afgifte van de kwalificatiekaart bestuurder blijkt dat hij kennelijk abusievelijk aan de houder is afgegeven;
- c.
de houder een schriftelijke verklaring overlegt, waarin hij afstand doet van de bevoegdheid tot het verrichten van vervoer over de weg met een voertuig dat behoort tot een categorie waarvoor de kwalificatiekaart bestuurder is afgegeven;
- d.
het als gevonden voorwerp is ontvangen en teruggave aan de houder niet mogelijk is gebleken, mits de houder nog geen aanvraag voor een vervangende kwalificatiekaart bestuurder heeft ingediend.
2.
De ongeldigverklaring geschiedt door de Dienst Wegverkeer.
3.
De ongeldigverklaring is van kracht met ingang van de zevende dag na die waarop het besluit tot ongeldigverklaring aan de houder van de kwalificatiekaart bestuurder is bekendgemaakt.
4.
De houder van de ongeldig verklaarde kwalificatiekaart bestuurder levert die kwalificatiekaart bestuurder in bij de Dienst Wegverkeer zodra de ongeldigverklaring van kracht is geworden.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld omtrent de wijze waarop de inlevering van ongeldig verklaarde kwalificatiekaarten bestuurder plaatsvindt.