Inhoudsopgave
WFR 2014/597:Het karakter van geldverstrekkingen
WFR 2014/597
Het karakter van geldverstrekkingen
Het at arm’s length-beginsel en fiscale kwalificatie in de visie van de Hoge Raad
Documentgegevens:
Dr. mr. C. Maas en prof. dr. H. Vermeulen, datum 29-04-2014
- Datum
29-04-2014
- Auteur
Dr. mr. C. Maas en prof. dr. H. Vermeulen1
- JCDI
JCDI:ADS832039:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Europees belastingrecht / Algemeen
- Wetingang
art. 8b Wet VPB 1969
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In 1949 heeft de Hoge Raad de leer van het stamkapitaal afgewezen. Die leer gaat ervan uit dat er geen wanverhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen mag bestaan. De wetgever heeft die afwijzing altijd onderschreven totdat naar aanleiding van het Bosal-arrest de onderkapitalisatiemaatregel van art. 10d Wet VPB 1969 (oud) is ingevoerd. Hieruit kan worden afgeleid dat een specifieke wettelijke bepaling noodzakelijk is om tot herkwalificatie van een kapitalisatie van een onderneming te komen en de leer van het stamkapitaal niet uit het stelsel volgt. In het recent bijgewerkte verrekenprijzenbesluit neemt de Staatssecretaris van Financiën niettemin in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.