Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 354 Verhouding tot Verdrag tot oprichting van Energiegemeenschap
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
In geval van strijdigheid tussen de bepalingen van dit hoofdstuk en de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap of de krachtens dat verdrag toepasselijke bepalingen van Unierecht hebben de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap of de krachtens dat verdrag toepasselijke bepalingen van Unierecht voorrang, voor zover er sprake is van een dergelijke strijdigheid.
2.
Bij de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk wordt de voorkeur gegeven aan de vaststelling van wetgeving of andere handelingen die in overeenstemming zijn met het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap of die gebaseerd zijn op de binnen de Unie toepasselijke wetgeving. In geval van een geschil met betrekking tot dit hoofdstuk worden de wetgeving of andere handelingen die aan die criteria voldoen, geacht met dit hoofdstuk overeen te stemmen. Bij de beoordeling of de wetgeving of andere handelingen aan die criteria voldoen, wordt acht geslagen op alle relevante besluiten die in het kader van artikel 91 van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap zijn genomen.
3.
Geen van de partijen zal de geschillenbeslechtingsbepalingen van deze overeenkomst gebruiken om zich op schending van de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap te beroepen.