RvdW 2015/965
Rechtstreekse schade benadeelde partij?
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/02423
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2452, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1307, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑02‑2015
- Wetingang
Art. 51a lid 1 WvSv
Essentie
De benadeelde partij heeft vergoeding gevorderd van de schade die zij heeft geleden als gevolg van een aanrijding. ’s Hofs oordeel dat de gevorderde schade rechtstreeks is toegebracht door het onder 1 bewezenverklaarde feit (overtreding van art. 7.1 WVW 1994, verlaten plaats ongeval), is — mede gelet op de vrijspraak van het onder 3 tenlastegelegde (overtreding van art. 5 WVW 1994, gevaarzetting) — zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, zittingsplaats Zwolle van 12 ...