Einde inhoudsopgave
Administratief Akkoord met betrekking tot de wijze van toepassing van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko inzake sociale zekerheid
Artikel 31a
Geldend
Geldend vanaf 14-09-2004
- Redactionele toelichting
Deze wijziging wordt voorlopig toegepast met ingang van 01-08-2002.
- Bronpublicatie:
24-06-2002, Trb. 2003, 143 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-09-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2004, Trb. 2004, 267 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Kinderbijslag
Internationale sociale zekerheid (V)
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
Internationale sociale zekerheid / Pensioen
Internationale sociale zekerheid / Nabestaanden
De volgende leden zijn van toepassing in het kader van de controle van de rechtmatigheid van de socialezekerheidsuitkeringen:
- 1.
Het bevoegde orgaan van de Verdragsluitende Partij waarbij een aanvraag om uitkering is ingediend, is verplicht de juistheid van de gegevens met betrekking tot de aanvrager en, in voorkomend geval, tot de gezinsleden te verifiëren en moet de bewijsstukken of vergelijkbare documenten verstrekken aan het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij, op zodanige wijze dat laatstgenoemd orgaan de aanvraag verder kan behandelen.
- 2.
Het eerste lid is eveneens van toepassing wanneer het bevoegde orgaan van een van de Verdragsluitende Partijen een verzoek indient bij het orgaan van de andere Verdragsluitende Partij om een onderzoek uit te voeren naar de rechtmatigheid van de betalingen gedaan aan de ontvangers van uitkeringen die wonen of verblijven op het grondgebied van een van beide Verdragsluitende Partijen.
- 3.
De bevoegde organen van de Verdragsluitende Partijen kunnen zich rechtstreeks wenden tot elkaar of tot de ontvangers van hun uitkeringen of tot vertegenwoordigers van dezen.
- 4.
Om het recht op uitkering van de ontvangers van uitkeringen van een van de ondertekenende Staten alsmede de rechtmatigheid van de aan hen gedane betalingen vast te stellen, kunnen rechtstreeks inlichtingen worden gevraagd door de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers alsmede door de bevoegde organen of de verbindingsorganen van de ondertekenende Staten aan de autoriteiten van de andere Staat. De verzoeken om inlichtingen op het grondgebied van de andere Staat zijn slechts mogelijk met medeweten van de verbindingsorganen van die Staat.
- 5.
De in dit artikel bedoelde gegevens omvatten in het bijzonder adres, identiteit, gezinssituatie, arbeidssituatie, arbeidsgeschiktheid, gezondheidstoestand, overlijden, inkomen, schoolgang van de kinderen of detentie.