Einde inhoudsopgave
Kieswet
Artikel R 9a [Machtiging voor in Nederland wonende kandidaten]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
1.
De in het Europese deel van Nederland wonende kandidaat kan bij de verklaring van instemming tevens een in het Europese deel van Nederland wonende gemachtigde aanwijzen met vermelding van diens naam, voorletters, woonplaats en adres. Indien de kandidaat meer dan één verklaring ondertekent, wordt in iedere verklaring dezelfde gemachtigde aangewezen. Deze gemachtigde is met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en tweede lid, en W 2, eerste lid, onder f.
2.
Van de machtiging kan alleen gebruik worden gemaakt, indien dit gebruik ertoe strekt dat kandidaten van de gezamenlijke lijsten van de politieke groepering benoemd worden verklaard in de volgorde die voor de dag van de stemming door de politieke groepering is vastgesteld.
3.
In geval van een benoeming voorafgaande aan de eerste samenkomst van het nieuw gekozen orgaan, kan van de machtiging geen gebruik worden gemaakt ten aanzien van kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen een aantal stemmen hebben verkregen, groter dan of gelijk aan de kiesdeler.
4.
De politieke groepering deelt de in het tweede lid bedoelde volgorde uiterlijk twee weken na de kandidaatstelling mee aan het centraal stembureau. De voorzitter van het centraal stembureau draagt er zorg voor dat van de volgorde zo spoedig mogelijk mededeling wordt gedaan in de Staatscourant dan wel, indien het de verkiezing van de leden van provinciale staten betreft, in het provinciaal blad.
5.
Artikel R 9, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.