Einde inhoudsopgave
Wet vervoer gevaarlijke stoffen
Artikel 10a
Geldend
Geldend vanaf 10-05-2006
- Bronpublicatie:
07-04-2006, Stb. 2006, 217 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30328)
- Inwerkingtreding
10-05-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-2006, Stb. 2006, 217 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30328)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Vervoersrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Onze Minister kan instanties erkennen die belast zijn met de door hem aan te geven, in het kader van de krachtens artikel 3, onderdeel b, vastgestelde regels te verrichten taken. De taken kunnen mede betrekking hebben op het afgeven van certificaten of het erkennen van andere documenten dan wel voorschriften alsmede op het verlenen van de op grond van de regels bij of krachtens artikel 3 benodigde goedkeuring.
2.
Onze Minister stelt regels met betrekking tot de voorwaarden om voor erkenning in aanmerking te komen, de werkwijze van de erkende instanties, de periodieke verslaglegging over de verrichte werkzaamheden, alsmede de uitoefening van het toezicht op de erkende instanties.
3.
Onze Minister kan aan de erkenning voorschriften verbinden betreffende de uit te voeren taken, welke voorschriften mede betrekking kunnen hebben op de door de erkende instantie in rekening te brengen tarieven.
4.
Onze Minister kan de erkenning schorsen dan wel intrekken indien de betrokken instantie niet meer voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels. De betrokken instantie verstrekt desgevraagd de inlichtingen en verleent inzage in de zakelijke gegevens en bescheiden aan onze Minister die deze ten behoeve van zijn taakuitoefening nodig oordeelt.