BNB 2014/249
Periode waarin geen deelneming wordt gehouden telt niet mee als periode waarin de feitelijke werkzaamheid bestaat uit het houden van deelnemingen
HR 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2682, m.nt. G.T.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 september 2014
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Bavinck, Van Loon, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/03975
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
G.T.K. Meussen
- JCDI
JCDI:ADS919451:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2682, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2013
- Wetingang
Art. 20 lid 4 Wet VPB 1969
Essentie
Periode waarin geen deelneming wordt gehouden telt niet mee als periode waarin de feitelijke werkzaamheid bestaat uit het houden van deelnemingen
Samenvatting
Belanghebbende heeft als doel het verrichten van houdster- en financieringsactiviteiten. Zij had tot en met 8 augustus 2008 een 100%-belang in A GmbH. Op 8 augustus is de liquidatie van deze deelneming voltooid. Belanghebbende heeft geen andere deelnemingen en heeft in 2008 ook geen andere activiteiten ontplooid. Voor het Hof was in geschil of het verlies van € 56.393 dat belanghebbende in 2008 heeft geleden, kan worden aangemerkt als houdsterverlies, in welk geval de verliesverrekening is beperkt. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.