Einde inhoudsopgave
Reglement verpleging ter beschikking gestelden
Artikel 57 [Intrekking of verval proefverlof]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2018
- Bronpublicatie:
21-06-2018, Stb. 2018, 211 (uitgifte: 05-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2018, Stb. 2018, 256 (uitgifte: 31-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Penitentiair recht / Algemeen
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
1.
Indien het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden het proefverlof intrekt, geeft hij daarvan terstond kennis aan Onze Minister. Deze kennisgeving wordt onder vermelding van de datum van ingang van de beslissing schriftelijk bevestigd.
2.
Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden stelt de ter beschikking gestelde zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de beslissing tot intrekking van het proefverlof.
3.
Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden geeft van de beslissing tot intrekking van het proefverlof schriftelijk bericht aan de instanties genoemd in artikel 54, vierde lid.
4.
De machtiging van Onze Minister vervalt:
- 1°
zodra de ter beschikking gestelde vierentwintig uur ongeoorloofd afwezig is, tenzij sprake is van overmacht, of
- 2°
zodra het openbaar ministerie aan het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden meldt dat de ter beschikking gestelde wordt aangemerkt als verdachte van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, begaan tijdens het proefverlof.
Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden doet van een strafbaar feit, als bedoeld in onderdeel 2°, binnen een week aangifte bij een opsporingsambtenaar. Indien aan de ter beschikking gestelde ten aanzien van wie door het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden aangifte wordt gedaan, proefverlof is verleend, wordt dit verlof terstond ingetrokken door het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden. Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden verleent geen proefverlof aan de ter beschikking gestelde ten aanzien van wie door hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden aangifte wordt gedaan, tot aan de mededeling van het openbaar ministerie als bedoeld in onderdeel 2°.
5.
Onze Minister kan de machtiging intrekken bij overtreding van de voorwaarden, gesteld bij het verlenen van proefverlof of indien feiten of omstandigheden bekend worden waardoor, indien deze ten tijde van het verlenen van de machtiging bekend waren geweest, de machtiging niet of niet in deze vorm zou zijn verleend. Onze Minister geeft terstond kennis van het intrekken van de machtiging tot proefverlof aan het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden.