Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening
Artikel 9.2.5
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
18-04-2018, Stb. 2018, 138 (uitgifte: 24-05-2018, kamerstukken: 34666)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2018, Stb. 2018, 203 (uitgifte: 28-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Een stadsvernieuwingsplan als bedoeld in artikel 31 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing wordt gelijkgesteld met een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening.
2.
Het recht zoals dat gold vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing ten aanzien van een stadsvernieuwingsplan, waarvan het ontwerp vóór dat tijdstip ter inzage is gelegd, met dien verstande dat na dat tijdstip niet meer een verzoek als bedoeld in artikel 33, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan worden ingediend.