V-N Vandaag 2020/2391
Verlengde navorderingstermijn in SW niet 'unlawful'
HR 09-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1600
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 oktober 2020
- Zaaknummer
19/05408
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Derde landen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑10‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1600, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:657, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2020
- Wetingang
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 64)Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (BWBV0001001, 1)Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 63)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 16)Successiewet 1956 (BWBR0002226, 66)
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de verlengde navorderingstermijn van twaalf jaren ook bij de navordering van schenkingsrecht niet in strijd is met het EU-recht. Dat deze termijn pas begint te lopen op de dag van inschrijving van de akte van overlijden van de schenker is niet van belang.
Samenvatting
Belanghebbende, X, ontvangt in het jaar 1998 een schenking van haar vader, in de vorm van een banktegoed in Zwitserland. Van deze schenking is geen aangifte gedaan. De vader overlijdt in 2005. In april 2015 informeert X de inspecteur over het bestaan van de Zwitserse bankrekening. In september 2015 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.