Einde inhoudsopgave
Bezoldigingsbesluit 1998 BES
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
23-06-2023, Stb. 2023, 237 (uitgifte: 06-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-07-2023, terugwerkend tot: 01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2023, Stb. 2023, 237 (uitgifte: 06-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
De bezoldiging van de ambtenaar wordt jaarlijks verhoogd tot het in de schaal naast-hogere bedrag, indien hij zijn functie naar het oordeel van zijn leidinggevende naar behoren vervult.
2.
De bezoldiging van de ambtenaar kan worden verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de eerste bezoldigingstrede volgend op de naast-hogere bezoldigingstrede in de schaal, indien hij naar het oordeel van het bevoegde gezag, dat is neergelegd in een formele beoordeling als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, zijn functie zeer goed of uitstekend verricht.
3.
Vervult de ambtenaar zijn functie naar het oordeel van het bevoegd gezag, dat is neergelegd in een formele beoordeling als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, niet naar behoren, dan blijft verhoging van de bezoldiging achterwege.
4.
De in het eerste en tweede lid bedoelde verhogingen van de bezoldiging worden toegekend zolang de ambtenaar de maximum bezoldiging van de voor hem geldende bezoldigingsschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand, waarin sinds zijn aanstelling of sinds zijn overgang naar een functie waaraan een hogere bezoldiging is verbonden een jaar is verstreken, en geschiedt nadien telkens na één jaar.