NJB 2020/1142
Procesrecht. Verband met HR 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:226. Hoge Raad: 1. Afstemmingsregel. Het hof heeft zijn oordeel in dit kort geding terecht afgestemd op de ten tijde van het wijzen van zijn arrest meest recente uitspraak in de bodemprocedure. 2. Misbruik van executiebevoegdheid. Het oordeel van het hof komt erop neer dat, ook als sprake zou zijn van een juridische misslag, deze misslag als zodanig niet meebrengt dat het hof evident een onjuist eindoordeel heeft bereikt, zodat de executant geen misbruik maakt van de bevoegdheid om tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting
HR 24-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:806
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/00155
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:806, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1202, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Verband met HR 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:226. Hoge Raad: 1. Afstemmingsregel. Het hof heeft zijn oordeel in dit kort geding terecht afgestemd op de ten tijde van het wijzen van zijn arrest meest recente uitspraak in de bodemprocedure. 2. Misbruik van executiebevoegdheid. Het oordeel van het hof komt erop neer dat, ook als sprake zou zijn van een juridische misslag, deze misslag als zodanig niet meebrengt dat het hof evident een onjuist eindoordeel heeft bereikt, zodat de executant geen misbruik maakt van de bevoegdheid om tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dit oordeel geeft geen blijk van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.