Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken
Artikel 3 [Verzamelen markt- en objectgegevens]
Geldend
Geldend vanaf 22-02-2003. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 21-02-2003
- Redactionele toelichting
Deze wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop het KB van 08-02-2003, Stb. 58 in werking is getreden.
- Bronpublicatie:
18-02-2003, Stcrt. 2003, 36 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: WBD2002/64)
- Inwerkingtreding
22-02-2003, terugwerkend tot: 21-02-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2003, Stcrt. 2003, 36 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: WBD2002/64)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Waardering onroerende zaken (V)
1.
Het college van burgemeester en wethouders verzamelt, analyseert en registreert voortdurend de waarderelevante objectgegevens.
2.
Het college van burgemeester en wethouders verzamelt voortdurend marktgegevens met betrekking tot de volgende handelingen in het economische verkeer:
- a.
verkooptransacties van woningen en niet-woningen;
- b.
verhuurtransacties van niet-woningen;
- c.
stichtingskosten van niet-woningen; en
- d.
gronduitgifteprijzen.
3.
Het verzamelen van verhuurgegevens van niet-woningen geschiedt door middel van het inlichtingenformulier verhuurgegevens niet-woningen dat in overeenstemming is met het in bijlage 2 opgenomen model.
4.
Het verzamelen van gegevens over gebruikers van niet-woningen geschiedt door middel van het inlichtingenformulier gebruikers niet-woningen dat in overeenstemming is met het in bijlage 3 opgenomen model.
5.
Met betrekking tot de in het tweede lid bedoelde handelingen wordt geanalyseerd in hoeverre de omstandigheden overeenstemmen met het voorschrift voor de waardebepaling, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de wet, in hoeverre de gegevens overeenstemmen met vergelijkbare handelingen in het economische verkeer en in hoeverre de bij deze handelingen betrokken onroerende zaken overeenstemmen met de onroerende zaken, bedoeld in artikel 16 van de wet.
6.
Het college van burgemeester en wethouders registreert de in het tweede lid bedoelde gegevens en de resultaten van de in het vijfde lid bedoelde analyses. Bij deze registratie wordt tevens vastgelegd de datum waarop de in het tweede lid bedoelde handelingen hebben plaatsgevonden.
7.
Het college van burgemeester en wethouders ziet erop toe dat taxateurs die zijn aangesteld als ambtenaar der gemeentelijke belastingen buiten bezwaar van den lande in tijdelijke dienst voor onbepaalde tijd en die het beroep van bemiddelaar bij transacties met onroerende zaken uitoefenen, niet de informatie ingevolge het Besluit gegevensverstrekking Wet waardering onroerende zaken inwinnen bij de informatieplichtige, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 2° van dat besluit. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing indien de gegevensdragers van de in die volzin bedoelde informatieplichtige zich bevinden bij een administratiekantoor.