Einde inhoudsopgave
Besluit noodmaatregelen coronacrisis
2.2 Geen voorschot, wel factuur
Geldend
Geldend vanaf 20-09-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
13-09-2022, Stcrt. 2022, 24204 (uitgifte: 19-09-2022, regelingnummer: 2022-219271)
- Inwerkingtreding
20-09-2022, terugwerkend tot: 01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2022, Stcrt. 2022, 24204 (uitgifte: 19-09-2022, regelingnummer: 2022-219271)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fusie en splitsing
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Vennootschapsbelasting / Vrijstelling
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Invordering / Algemeen
Invordering / Aansprakelijkheid
Invordering / Invorderingsrente en betalingskorting
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
Invordering / Verhaalsrecht
Invordering / Boete
Inkomstenbelasting / Winst
Corona (V)
Loonbelasting / Werkkostenregeling
Inkomstenbelasting / Eigen woning
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Belastbaar loon
Loonbelasting / Inhoudingsplichtige
Loonbelasting / Loon
Milieubelastingen / Energiebelasting
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Tarief
Omzetbelasting / Vrijstelling
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Op grond van artikel 56, eerste lid, onderdeel b, Wbm zijn voor leveringen van aardgas en elektriciteit, in gevallen waarin geen voorschotnota wordt uitgereikt of voorschotbedrag wordt ontvangen, maar wel een factuur wordt uitgereikt, de EB en de ODE verschuldigd op het tijdstip van de uitreiking van die factuur. De huidige bijzondere omstandigheden geven aanleiding om soepeler om te gaan met dit tijdstip. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat met betrekking tot de levering van aardgas en de levering van elektriciteit in gevallen als bedoeld in artikel 56, eerste lid, onderdeel b, Wbm voor leveringen in de maanden april 2020 tot en met september 2020 de EB en de ODE, alsmede de btw hierover, op een later tijdstip worden verschuldigd dan op het tijdstip van de uitreiking van de factuur.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende 4 voorwaarden:
- a.
De uitgereikte factuur ziet op leveringen in de maanden april 2020, mei 2020, juni 2020, juli 2020, augustus 2020 of september 2020;
- b.
Op de uitgereikte factuur is voor leveringen in de maanden april 2020, mei 2020, juni 2020, juli 2020, augustus 2020 of september 2020 de EB en de ODE, alsmede de btw hierover, niet in rekening gebracht;
- c.
Voor leveringen in de maanden april 2020 tot en met september 2020 worden de EB en de ODE, vermeerderd met de btw hierover, uiterlijk in december 2020 via een aanvullende factuur (of facturen) alsnog in rekening gebracht en verschuldigd op het tijdstip waarop de aanvullende factuur (of facturen) wordt uitgereikt;
- d.
In het geval er uiterlijk in december 2020 geen aanvullende factuur is uitgereikt voor leveringen in de maanden april 2020 tot en met september 2020 worden voor die leveringen de EB en de ODE, alsmede de btw hierover, verschuldigd op 1 januari 2021.
De afnemer/ondernemer kan op basis van de aanvullende factuur eventueel aanspraak maken op aftrek van de daarop in rekening gebrachte btw.
Door deze goedkeuring en de daaraan gestelde voorwaarden wordt bewerkstelligd dat de energieleverancier de EB en de ODE op een later moment verschuldigd is en deze belastingen dus ook later op aangifte zal afdragen.
Doordat de energieleverancier op de betreffende factuur geen EB en ODE, noch de btw hierover, in rekening brengt, komt dit uitstel van verschuldigdheid ten goede aan de klanten van de energieleveranciers.