JWB 2004/199
Vordering tot doorbetaling van loon, kort geding, vordering voldoende aannemelijk
HR 28-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP0263
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 mei 2004
- Zaaknummer
C03/154HR
- LJN
AP0263
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP0263, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP0263, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑05‑2004
- Wetingang
Rv art. 254
Essentie
Vordering tot doorbetaling van loon, kort geding, vordering voldoende aannemelijk
Samenvatting
Casus
Sinds 20 mei 1997 is verweerder in loondienst bij eiseres. Nadat verweerder op 16 augustus 2002 op non-actief is gesteld, is hij per brief op 30 augustus 2002 door eiseres op staande voet ontslagen. De kantonrechter heeft op 24 december 2002, voor zover deze nog bestond, de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 maart 2003 ontbonden onder toekenning van een vergoeding. Verweerder heeft vervolgens in kort geding gesteld dat het ontslag op staande voet nietig is en gevorderd dat eiseres veroordeeld wordt tot doorbetaling van zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.