NJ 1958/325:Moord te Heer. Het niet uitdrukkelijk afzien van het horen van een getuige door één van de verdachten heeft i.c. geen nietigheid ten gevolge. Niet-naleving van art. 363 Sv. leidt niet tot nietigheid van het onderzoek in eerste aanleg. Voldoende duidelijke (alternatieve) t.l.l. Het tezamen en in vereniging uitlokken van het misdrijf kon worden bewezen verklaard. „Medeplegen van het opzettelijk uitlokken van het medeplegen van moord". Medeplegen van moord kan uit de bewijsmiddelen worden afgeleid. Motivering van gevangenisstraf van 12 jaar bij verminderde toerekenbaarheid.