Einde inhoudsopgave
Beschikking casinospelen 1996
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2012
- Bronpublicatie:
24-11-2011, Stcrt. 2011, 21841 (uitgifte: 06-12-2011, regelingnummer: 5703296/11/DSP)
- Inwerkingtreding
01-02-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2011, Stcrt. 2011, 21841 (uitgifte: 06-12-2011, regelingnummer: 5703296/11/DSP)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Van het persoonlijk dan wel via tussenpersonen deelnemen aan de door de stichting georganiseerde spelen zijn uitgesloten:
- a.
personen in dienst van de stichting;
- b.
personen in dienst van derden die zijn tewerkgesteld in het speelcasino;
- c.
adviseurs van de stichting;
- d.
de door de minister overeenkomstig artikel 7, eerste lid, aangewezen onafhankelijke deskundige of keuringsinstelling, alsmede de personen in dienst van de keuringsinstelling die zijn belast met goedkeuring en controle als bedoeld in artikel 7, tweede lid;
- e.
de instelling aangewezen bij beschikking van 25 april 1989, Stcrt.82, en de personen aangewezen bij beschikking van 1 juni 1989, Stcrt. 214;
- f.
de voorzitter en de leden van de raad van commissarissen, alsmede van het bestuur van de stichting.
2.
Het is de in het eerste lid bedoelde personen en de stichting niet toegestaan geldleningen te verstrekken aan spelers of van deze geldleningen te ontvangen. Onder dit verbod valt niet het achteraf in rekening brengen van groepsarrangementen.
3.
De stichting ziet toe op de naleving van het bepaalde in het eerste en tweede lid.