RCR 2011/35
Volmacht. Ook buiten werkelijk ‘toedoen’ achterman ruimte voor een te beschermen gerechtvaardigd vertrouwen op basis van aanvaarding risicobeginsel?
HR 11-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BN9969
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 maart 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/03426
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BN9969
- JCDI
JCDI:ADS889783:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BN9969, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BN9969, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑10‑2010
- Wetingang
BW art. 3:61 lid 2, 6:172
Essentie
Volmacht. Kwalitatieve aansprakelijkheid.
Kan sprake zijn van toerekening van schijn van volmachtverlening aan onbevoegd vertegenwoordigde persoon indien derde gerechtvaardigd heeft vertrouwd dat toereikende volmacht was verleend op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de onbevoegd vertegenwoordigde partij komen en waaruit naar verkeersopvattingen de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid; hoe restrictief dient art. 6:172 BW uitgelegd te worden?
Samenvatting
X was als hypotheekadviseur in dienst van C, een zustervennootschap van eenmansbedrijf B. Beide bedrijven zijn gevestigd in een kantoorgebouw met enkel de naam van B op de gevel. X heeft verweerder begin 2003 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.