NJ 1961/13
„Quota pars litis"-beding.
Hof 's-Gravenhage 03-12-1959, ECLI:NL:GHSGR:1959:4
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
3 december 1959
- Magistraten
Mrs. Zorab, De Meijere, Croon, plv
- Zaaknummer
[031959/NJ_1961-13]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110523:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:1959:4, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 03‑12‑1959
- Wetingang
(Advw art. 28; BW art. 1371.)
Essentie
„Quota pars litis"-beding.
Samenvatting
Uit het verbod van een bepaald beding voor advocaten ter bescherming van hun standseer volgt nog niet, dat zodanig beding in strijd met de openbare orde of de goede zeden en dus nietig is.
Dit geldt te meer voor het onderhavige 10 % 's beding, nu de raadsman niet was advocaat en procureur, terwijl bovendien het „Ontwerp ereregelen voor de advocaten" alleen verbiedt het quota pars litis-beding, indien het omvat een evenredig deel van het bedrag waarover het geding loopt, doch niet voor wat betreft het honorarium bij incassowerkzaamheden, waarvoor ook ten onzent veelal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.