BR 2015/78
Onbenutte planologische mogelijkheden mogen in een nieuw plan worden opgenomen, zonder dat hoeft te worden voldaan aan de in artikel 3.1.6 lid 2 Bro genoemde voorwaarden. (Amsterdam)
ABRvS 01-07-2015, ECLI:NL:RVS:2015:2062, m.nt. H.J. Breeman en R.J.G. Bäcker
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
1 juli 2015
- Magistraten
Mrs. P.J.J. van Buuren, S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt en R.J.J.M. Pans
- Zaaknummer
201401417/1/R1
- Noot
H.J. Breeman en R.J.G. Bäcker
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921589:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:2062, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 01‑07‑2015
Essentie
Onbenutte planologische mogelijkheden mogen in een nieuw plan worden opgenomen, zonder dat hoeft te worden voldaan aan de in artikel 3.1.6 lid 2 Bro genoemde voorwaarden. (Amsterdam)
Samenvatting
De Afdeling is van oordeel dat de raad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het plan geen nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro mogelijk maakt. Anders dan Global Investors aanvoert, komt aan de omstandigheid dat geen gebruik is gemaakt van de planologische mogelijkheden die het vorige plan ter plaatse bood, in dit verband geen betekenis toe. Onbenutte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.