WR 2013/80
Woonruimte – procesrecht: oneerlijk beding consumentenovereenkomst; professionele verhuurder en niet-professionele huurder; ambtshalve toetsing door nationale rechter oneerlijk karakter contractueel beding; boetebeding; nietig beding; geen matiging boete (vervolg op WR 2011/131)
HvJ EU 30-05-2013, ECLI:EU:C:2013:341, m.nt. Redactie (Brusse en Gabarito/Jahani)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
30 mei 2013
- Magistraten
A. Tizzano, M. Ilešič, E. Levits, M. Safjan, M. Berger
- Zaaknummer
C-488/11
- Noot
Redactie
- LJN
CA2493
- Roepnaam
Brusse en Gabarito/Jahani
- JCDI
JCDI:ADS173879:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Bijzondere onderwerpen
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:341, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 30‑05‑2013
- Wetingang
art. 6:233 BW; art. 6:94 BW; art. 3:40 BW; Richtlijn 93/13/EEG
Essentie
Woonruimte – procesrecht: oneerlijk beding consumentenovereenkomst; professionele verhuurder en niet-professionele huurder; ambtshalve toetsing door nationale rechter oneerlijk karakter contractueel beding; boetebeding; nietig beding; geen matiging boete (vervolg op WR 2011/131)
Samenvatting
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Hof Amsterdam bij beslissing van 13 september 2011. (Dirk Frederik Asbeek Brusse en Katarina de Man Garabito/Jahani BV.)
Het HvJ EU heeft op grond van de drie door het Hof Amsterdam gestelde vragen voor recht verklaard dat de Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.