JOR 2011/87
Effectenlease, vernietiging, verjaring, toestemming echtgenote, bewijsaanbod
HR 28-01-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BO6106
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 januari 2011
- Zaaknummer
10/00698
- LJN
BO6106
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO6106, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO6106, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑02‑2010
- Wetingang
Essentie
Hof heeft aanbod te bewijzen dat echtgenote reeds eerder bekend was met bestaan van effectenleaseovereenkomst ten onrechte gepasseerd
Samenvatting
Overduin (verweerder) heeft op 10 maart 2000 met Dexia Bank Nederland NV (eiseres, hierna: Dexia) een effectenleaseovereenkomst gesloten. Bij brief van 17 maart 2004 heeft de echtgenote van Overduin de overeenkomst vernietigd nu zij geen toestemming voor het aangaan daarvan heeft verleend. Dexia vordert nakoming van de effectenleaseovereenkomst. Met betrekking tot de vernietiging van de overeenkomst stelt Dexia zich op het standpunt dat de echtgenote van Overduin het beroep op artikel 1:88 BW te laat heeft ingesteld. Daartoe voert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.