NJ 2016/256
Bewijskracht van in authentieke akte of onderhandse akte opgenomen partijverklaring; dwingend bewijs tussen partijen; tegenbewijs.
HR 13-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:848
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/01066
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110745:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:848, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:341, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Bewijskracht van in authentieke akte of onderhandse akte opgenomen partijverklaring; dwingend bewijs tussen partijen; tegenbewijs.
Ingevolge art. 157 lid 2 Rv levert een authentieke of onderhandse akte, behoudens de in die bepaling vermelde uitzondering, ten aanzien van de verklaring van een partij omtrent hetgeen de akte bestemd is ten behoeve van de wederpartij te bewijzen, tussen partijen dwingend bewijs op van de waarheid van deze verklaring. Op grond van art. 151 lid 2 Rv staat tegen dit dwingend bewijs tegenbewijs open, dat volgens art. 152 lid 1 Rv door alle middelen mag worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.