Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:37z [Asset stripping]
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2022
- Bronpublicatie:
11-05-2022, Stb. 2022, 197 (uitgifte: 27-05-2022, kamerstukken: 35950)
- Inwerkingtreding
07-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2022, Stb. 2022, 280 (uitgifte: 06-07-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Gedurende 24 maanden vanaf het tijdstip waarop een beleggingsinstelling controle verkrijgt in een uitgevende instelling onthoudt de beheerder van de beleggingsinstelling zich van het bevorderen, steunen of opdragen van de volgende rechtshandelingen door de uitgevende instelling:
- a.
winstuitkeringen, indien:
- 1°
op de datum van sluiting van het voorgaande boekjaar het eigen vermogen van de uitgevende instelling, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, is gedaald of ingevolge de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het geplaatste kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd, met dien verstande dat het geplaatste kapitaal wordt verminderd met het bedrag van het deel daarvan dat nog niet behoeft te worden gestort, wanneer dit deel niet als activa op de balans is opgenomen; en
- 2°
de uitkering hoger is dan het bedrag van de resultaten van het laatste afgesloten boekjaar, vermeerderd met de overgebrachte winst en met de bedragen die zijn onttrokken aan de daarvoor beschikbare reserves en verminderd met het overgebrachte verlies en met de krachtens wet of statuten aan de reserves toegevoegde bedragen;
- b.
kapitaalvermindering, tenzij de kapitaalvermindering tot doel heeft verliezen aan te zuiveren of bedragen op te nemen in een reserve, op voorwaarde dat deze reserve ten gevolge van de storting niet groter wordt dan tien procent van het bedrag van het verminderde geplaatste kapitaal;
- c.
terugbetaling op aandelen;
- d.
verkrijging van eigen aandelen, met inbegrip van eventueel eerder verkregen aandelen die de uitgevende instelling in portefeuille houdt en aandelen die door een persoon in eigen naam maar voor rekening van de uitgevende instelling zijn verkregen, waardoor het eigen vermogen daalt beneden het bedrag bedoeld onderdeel a, onder 1°.
2.
Het eerste lid, onderdeel d, is niet van toepassing ten aanzien van aandelen die:
- a.
op de vennootschap overgaan onder algemene titel;
- b.
zijn volgestort en om niet worden verkregen of financiële ondernemingen worden verkregen als een provisie bij aankoop;
- c.
die worden verkregen krachtens een wettelijke verplichting of een rechterlijke beslissing ter bescherming van de aandeelhouders met een minderheidsdeelneming, in het bijzonder bij fusies, wijziging van het doel of de rechtsvorm van de vennootschap, bij zetelverplaatsing naar het buitenland of bij invoering van beperkingen van de overdraagbaarheid van aandelen;
- d.
die worden verkregen van een aandeelhouder omdat ze niet zijn volgestort;
- e.
die worden verkregen ten einde aandeelhouders met minderheidsdeelneming in verbonden vennootschappen schadeloos te stellen;
- f.
die zijn volgestort en die worden verkregen bij een gerechtelijke verkoop die plaatsvindt ter voldoening van een schuld van de eigenaar van die aandelen aan de vennootschap; of
- g.
die zijn volgestort en die zijn uitgegeven door een beleggingsmaatschappij met een vast kapitaal in de zin van artikel 56, zevende lid, tweede alinea, van Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PbEU 2017, L 169). Artikel 56, zevende lid, derde alinea, onderdeel a, van die richtlijn is van toepassing. Deze verkrijgingen mogen niet tot gevolg hebben dat het eigen vermogen daalt beneden het bedrag van het geplaatste kapitaal, vermeerderd met de reserves die volgens de wet niet mogen worden uitgekeerd.
3.
Indien de beheerder van de beleggingsinstelling namens de beleggingsinstelling stemrecht heeft in vergaderingen van de organen van de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling, stemt de beheerder gedurende 24 maanden vanaf het tijdstip waarop de beleggingsinstelling controle verkrijgt in de uitgevende instelling niet voor winstuitkeringen, kapitaalverminderingen, terugbetaling op aandelen en verkrijging van eigen aandelen als bedoeld in het eerste en tweede lid door de uitgevende instelling.
4.
Gedurende 24 maanden vanaf het tijdstip waarop een beleggingsinstelling controle verkrijgt in een uitgevende instelling spant de beheerder van de beleggingsinstelling zich in om winstuitkeringen, kapitaalverminderingen, terugbetaling op aandelen en verkrijging van eigen aandelen als bedoeld in het eerste en tweede lid door de uitgevende instelling te verhinderen.