Inhoudsopgave
NJB 2021/589:Motiveringsvereiste bij oplegging vrijheidsstraf tot opgave van de redenen die in het bijzonder hebben geleid tot de keuze van het opleggen van een vrijheidsbenemende straf, art. 359 lid 6 Sv: het verzuim om dit te doen leidt op grond van art. 359 lid 8 Sv tot nietigheid
NJB 2021/589
Motiveringsvereiste bij oplegging vrijheidsstraf tot opgave van de redenen die in het bijzonder hebben geleid tot de keuze van het opleggen van een vrijheidsbenemende straf, art. 359 lid 6 Sv: het verzuim om dit te doen leidt op grond van art. 359 lid 8 Sv tot nietigheid
Documentgegevens:
HR 09-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:164
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 februari 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/00800
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:164, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1250, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2020
- Wetingang
(art. 359 Sv)
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – overtreding van art. 9 lid 7 Wegenverkeerswet 1994 tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft de strafoplegging als volgt gemotiveerd:
‘Het hof heeft in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.