NJ 1927, p. 391
Onnoodig en onredelijk gebruik van het recht om rangregeling te verlangen door een hypotheekhouder. Onnoodige kosten.
HR 17-02-1927, ECLI:NL:HR:1927:53, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 1927
- Magistraten
Mrs. Bosch, Jhr. Feith, Visser, Schepel en van Gelein Vitringa.
- Zaaknummer
[17021927/NJ_1927,_p._391]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS122548:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1927:53, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑1927
- Wetingang
(BW art. 1253-1264; Rv art. 557.)
Essentie
Onnoodig en onredelijk gebruik van het recht om rangregeling te verlangen door een hypotheekhouder. Onnoodige kosten.
Samenvatting
In het middel is niet betwist ‘s rechters bevoegdheid om ook in geval van rangregeling onnoodige kosten te laten ten laste van de partij, die ze veroorzaakt of aangewend heeft.
Evenals van elk recht kan ook van het recht van een hypotheekhouder, om te verlangen dat een rangregeling wordt opgemaakt en dat hij daarop geplaatst zal worden, een onnoodig en onredelijk gebruik worden gemaakt, hetgeen i. c. naar de feitelijke beslissing der Rechtbank — er bestond geen kans dat bedoelde schuldeischer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.