Einde inhoudsopgave
Aanwijzing afpakken (2016A009)
6 Uitgangspunten bij ontneming
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Redactionele toelichting
Deze regeling is herplaatst (Stcrt. 72371, 30-12-2016).
- Bronpublicatie:
23-12-2016, Stcrt. 2016, 68526 (uitgifte: 23-12-2016, regelingnummer: 2016A009)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2016, Stcrt. 2016, 68526 (uitgifte: 23-12-2016, regelingnummer: 2016A009)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Voorfase
Een ontnemingsvordering als bedoeld in art. 36e Sr kan worden ingesteld in onderscheiden situaties. Een ontnemingsvordering wordt niet ingediend wanneer vaststaat dat de betrokken persoon geen draagkracht heeft en naar redelijke verwachting ook in de toekomst niet zal hebben. Het enkele feit dat de betrokken persoon inkomsten op sociaal minimumniveau geniet, is geen reden om te veronderstellen dat hij/zij geen draagkracht heeft en naar redelijke verwachting ook in de toekomst niet zal hebben.
Het wederrechtelijk verkregen voordeel kan in voorkomende gevallen ook een rol spelen bij de bepaling van de strafmaat (afroomboete). Als dat het geval is, dan moet daarmee rekening worden gehouden bij een ontnemingsvordering.
Onbenoemd 6.1 Commune delicten
Onbenoemd 6.2 Economische en milieudelicten
Onbenoemd 6.3 Sociale zekerheidsfraude
Onbenoemd 6.4 Fiscale delicten
Onbenoemd 6.5 Faillissement
Onbenoemd 6.6 Benadeelde derden