NJ 2015/362
Verhouding opzet en schuld ter zake witwassen.
HR 16-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1660, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juni 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00103
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110618:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1660, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:928, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑10‑2014
- Wetingang
Art. 420bis , 420quater Sr
Essentie
Verdachte is vrijgesproken van schuldwitwassen. Voor zover die vrijspraak berust op de opvatting dat een veroordeling wegens schuldwitwassen is uitgesloten als de rechter tot het oordeel komt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan — niet tenlastegelegd — opzetwitwassen is dat oordeel onjuist.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 30 juli 2013, nummer 23/000287-12, in de strafzaak tegen S.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 30 juli 2013 de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.