Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/218
Mensenrechten. Recht op een eerlijk proces. Recht op beroep in strafzaken. Vrijwillige plea bargain in verduisteringszaak. Bekrachtiging door rechter. Geen schending.
EHRM 29-04-2014, ECLI:CE:ECHR:2014:0429JUD000904305 (Natsvlishvili en Togonidze/Georgiƫ)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
29 april 2014
- Magistraten
J. Casadevall, A. Gyulumyan, C. BĆ®rsan, J. Å ikuta, N. Tsotsoria, K. Pardalos, J. Silvis
- Zaaknummer
9043/05
- Roepnaam
Natsvlishvili en Togonidze/Georgiƫ
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2014:0429JUD000904305, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 29ā04ā2014
- Wetingang
Art. 6 lid 1 en 2 EVRM; art. 2 Protocol 7 EVRM
Essentie
Natsvlishvili en Togonidze tegen Georgiƫ.
De eerste klager (die loco-burgemeester was en directeur van een autofabriek) werd door de Georgische autoriteiten vervolgd voor onder andere fraude en verduistering van fondsen. Gedurende het onderzoek heeft klager steeds zijn onschuld volgehouden, maar op een gegeven moment deed hij een aanbod aan de aanklager om zijn aandelen in de autofabriek af te staan teneinde zijn problemen met de staat op te lossen. Toen hij formeel werd aangeklaagd droegen hij en zijn vrouw (de tweede klager) hun aandelen in de autofabriek over aan de staat. Enkele dagen later deed klager een formeel verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.