V-N 2017/7.22
Lagere inkoopwaarde van marge-auto voor bpm-aangifte is toegestaan
HR 27-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:45, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2017
- Magistraten
Overgaauw, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
15/02273
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925524:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:45, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:224, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de inkoopwaarde van een btw-auto niet is gebaseerd op de prijs die door een wederverkoper wordt gehanteerd bij aankoop van een personenauto van een particulier. X kiest dus terecht voor het laagste restbedrag aan BPM.
Samenvatting
X doet in 2013 bpm-aangifte ter zake van de registratie van een gebruikte BMW type 740D Executive uit Duitsland die aldaar is gekocht voor € 44.235, vermeerderd met € 8404 Duitse btw. De auto is bestemd voor eigen (particulier) gebruik van X. In de aangifte hanteert X een koerslijstwaarde van XRAY, zijnde de (lagere) inkoopwaarde van een marge-auto. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.